Storingzoeken in het klimaatregelsysteem

Storingzoeken in het klimaatregelsysteem

Uitlezen van DTC's


OPMERKING: Afgebeeld is een model met stuur links. Modellen met stuur rechts zijn symmetrisch.

De klimaatregeleenheid heeft een zelfdiagnosefunctie. Om de zelfdiagnosefunctie in werking te zetten moet u het volgende doen:

1.Stel de regelknop voor de temperatuurregeling in op maximale koeling met de contactsleutel in ON (II).

2.Druk op de UIT-knop en houd deze ingedrukt. Terwijl u de UIT-knop ingedrukt houdt, drukt u de knop voor de achterruitverwarming binnen 10 seconden vijf maal in. Laat de UIT-knop los en de zelfdiagnose begint.

OPMERKING: De aanjagermotor kan op elke snelheid draaien, ongeacht wat er op het display wordt getoond.

 

Als het systeem een probleem heeft, zal de temperatuurindicator het segment dat bij de fout hoort doen oplichten (A t/m N). De temperatuurindicator zal dan om de seconde ’’88'' (alle segmenten opgelicht) en het segment met de fout (A t/m N) op het display laten verschijnen. Na het vaststellen van de betekenis van de DTC, kijkt u in de index voor het DTC-storingzoeken.

Als er geen problemen worden geconstateerd, worden de segmenten niet verlicht.

 

De zelfdiagnosefunctie uitschakelen


3.Draai de contactsleutel naar OFF om de zelfdiagnosefunctie te beëindigen. Voer na voltooiing van de reparatiewerkzaamheden de zelfdiagnosefunctie opnieuw uit om zeker te zijn dat er geen andere storingen zijn.

DTC's controleren


Om de DTC op te zoeken, moet u de zelfdiagnosefunctie uitvoeren. Als er meerdere storingen zijn zullen de betreffende controlelampsegmenten aan gaan. Indien controlelampsegmenten A, C, E, G, I en L tegelijk aangaan, dan kan er een draadbreuk zitten in de gemeenschappelijke aarding van de sensoren.

 

DTC (Temperatuur controlelampsgement) Onderdeel met storing 
Onderbreking in circuit interieurtemperatuursensor 
Kortsluiting in circuit interieurtemperatuursensor 
Onderbreking in circuit buitentemperatuursensor 
Kortsluiting in circuit buitentemperatuursensor 
Onderbreking in circuit zonlichtsensor 
Kortsluiting in circuit zonlichtsensor 
Onderbreking in circuit sensor verdampertemperatuur 
Kortsluiting in circuit sensor verdampertemperatuur 
Onderbreking in circuit van stelmotor luchtmengschuif 
Kortsluiting in circuit van stelmotor luchtmengschuif 
Een storing in overbrenging, stelmotor of schuif voor luchtmenging 
Onderbreking of kortsluiting in circuit van stelmotor luchtstroomregeling 
Een storing in de overbrenging, stelmotor of schuiven voor luchtstroomregeling 
Een storing in het circuit van de aanjagermotor 

Sensorinvoer afgebeeld op klimaatregeling


De klimaatregeling heeft een modus waarbij de sensorinvoer die hij ontvangt wordt aangegeven. Deze modus geeft aan wat de klimaatregeling van iedere sensor ontvangt, een voor een, en kan u helpen vast te stellen of er een sensor defect is.

Let op het volgende voor u de displaymodus van de sensorinvoer gebruikt:


1.Zet de contactschakelaar op AAN (II), controleer de werking van de recirculatieschuif; druk de recirculatieknop in om over te schakelen van BUITENLUCHT naar RECIRC. De hoeveelheid lucht en geluid zou enigszins moeten veranderen.

2.Stel de knop voor de temperatuurregeling in op de gewenste testtemperatuur. Bij het kiezen van testtemperaturen dient u op het volgende te letten:

  • ’’Lo'' temperatuurinstelling gaat automatisch terug naar MAX COOL, VENT, en RECIRC.
  • ’’Hi'' temperatuurinstelling gaat automatisch terug naar MAX HOT, VENT, en RECIRC.
  • Instellingen van 16 t/m 32 °C zullen de automatische logische klimaatregeling gebruiken.

3.Zet de contactschakelaar UIT.

Om de displaymodus van de sensorinvoer uit te voeren, voert u de volgende stappen uit:


1.Zet de contactschakelaar UIT.

2.Druk op zowel de AUTO-knop als de recirculatieknop in en houd deze ingedrukt. Start vervolgens de motor.

3.Nadat de motor is gestart de knoppen loslaten. Op het displaypaneel verschijnt het sensornummer knipperend en vervolgens de waarde voor die sensor. Noteer de weergegeven waarde.

4.Om door te gaan naar de volgende sensor, moet u de achterruitverwarmingsknop indrukken.

Sensor Onderdeel Weergegeven waarde 
Sensor interieurtemperatuur °C 
Omgevingstemperatuur °C 
Waarde zonnestralingsensor: Donker= 00, Flitslichten= 04, Bewolkt =10, Zonnig =65 Kcal/m2 u 
Motorkoelvloeistoftemperatuur °C 
Verdamper uitlaatluchttemperatuur °C 
Luchtmengopening (lage waarde geeft koelere luchtverdeling aan, hoge waarde geeft warmere luchtverdeling aan) % van opening 
Uitgaande ventilatorluchttemperatuur (TAO) °C 


OPMERKING:
  • De sensorwaarden worden in graden Celsius (°C) weergegeven of in alfanumerieke code. Gebruik de tabel om de waarden in graden Fahrenheit (°F) om te zetten.
  • Als de sensor ’’Er'' weergeeft betekent dit dat er een draadbreuk of kortsluiting in het circuit of de sensor zit. Op DTC's controleren met de HDS, of raadpleeg het controleren van DTC's door DTC-aanduiding voor het controleren van DTC's.
  • Vergelijk indien noodzakelijk het sensorinvoerdisplay met dat van een soortgelijk voertuig waarvan u zeker weet dat dit goed is, en onder dezelfde testomstandigheden.
  • Als de sensor buiten het normale bereik ligt, raadpleeg dan de sensortest, of vervang de sensor met een waarvan u zeker weet dat deze goed is en controleer opnieuw.

5.Om de displaymodus van de sensorinvoer te annuleren, op de AUTO-knop drukken, of de contactschakelaar uitzetten.


Conversietabel Celsius naar Fahrenheit
°C °F °C °F °C °F °C °F °C °F 
32 10 50 20 68 30 86 40 104 
34 11 52 21 70 31 88 41 106 
36 12 54 22 72 32 90 42 108 
37 13 55 23 73 33 91 43 109 
39 14 57 24 75 34 93 44 111 
41 15 59 25 77 35 95 45 113 
43 16 61 26 79 36 97 46 115 
45 17 63 27 81 37 99 47 117 
46 18 64 28 82 38 100 48 118 
48 19 66 29 84 39 102 49 120 


°C °F °C °F °C °F °C °F °C °F 
50 122 60 140 70 158 80 176 90 194 
51 124 61 142 71 160 81 178 91 196 
52 126 62 144 72 162 82 180 92 198 
53 127 63 145 73 163 83 181 93 199 
54 128 64 147 74 165 84 183 94 201 
55 131 65 149 75 167 85 185 95 203 
56 133 66 151 76 169 86 187 96 205 
57 135 67 152 77 170 87 188 97 207 
58 136 68 154 78 172 88 190 98 208 
59 139 69 158 79 174 89 192 99 210 



Alfanumerieke Conversietabel
Displaywaarde
(Alfanumeriek) 
°C °F 
A1 t/m A9 -1 t/m -9 30 t/m 16 -1 t/m -9 
B0 t/m B9 -10 t/m -19   14 t/m -2 -10 t/m -19 
C0 t/m C9 -20 t/m -29  -4 t/m -20 -20 t/m -29 
D0 t/m D9 -30 t/m -39 -22 t/m -38 -30 t/m -39 
E0 t/m E9 -40 t/m -49 -40 t/m -58 ——— 
F0 t/m F9 -50 t/m -59 -22 t/m -74 +100 t/m +109