| DTC controlelampje A: | Onderbreking in circuit interieurtemperatuursensor |
| 1. | Wis de DTC door de contactschakelaar UIT te zetten en vervolgens weer AAN (II). |
| 2. | Laat de klimaatregeleenheid werken in verschillende standen. |
| 3. | Controleer op DTC's met de zelfdiagnose. Wordt DTC A aangegeven? JA - Ga naar 4. NEE - Periodiek optredende storing, controleer op losse bedrading of slechte aansluitingen op het circuit van de interieurtemperatuursensor.n |
| 4. | Zet de contactschakelaar UIT. |
| 5. | Verwijder de sensor interieurtemperatuur en test deze. Is de test voor de interieurtemperatuursensor in orde? JA - Ga naar 6. NEE - Vervang de sensor interieurtemperatuur.n |
| 6. | Maak de 28-pins stekker van de klimaatregeleenheid los. |
| 7. | Controleer op doorverbinding tussen aansluiting nr. 28 van de 28-pins stekker van de klimaatregeleenheid en aansluiting nr. 2 van de 2-pins stekker van de sensor interieurtemperatuur.
Is er doorverbinding? JA - Ga naar 8. NEE - Repareer eventuele onderbreking tussen de klimaatregeleenheid en de sensor interieurtemperatuur.n |
| 8. | Controleer op doorverbinding tussen aansluiting nr. 18 van de 28-pins stekker van de klimaatregeleenheid en aansluiting nr. 1 van de 2-pins stekker van de sensor interieurtemperatuur.
Is er doorverbinding? JA - Controleer op losse draden of slechte aansluitingen aan de 28-pins stekker van de klimaatregeleenheid en de 2-pins stekker van de sensor interieurtemperatuur. Als de aansluitingen goed zijn, vervang dan door een beslist goede klimaatregeleenheid en controleer opnieuw. Als de storing niet terugkeert, dient de oorspronkelijke klimaatregeleenheid te worden vervangen.n NEE - Repareer eventuele onderbreking tussen de klimaatregeleenheid en de sensor interieurtemperatuur.n |