Testen functiebedieningsmotor

Testen functiebedieningsmotor

OPMERKING: Controleer op HVAC DTC's.

1.Maak de 7-pins stekker van de stelmotor luchtstroomregeling los.



Bij verkeerd aansluiten van voeding en massa aan de stelmotor luchtstroomregeling wordt deze beschadigd. Volg de instructies nauwgezet op.


2.Sluit accuvoeding aan op de Nr. 1 aansluiting van de stelmotor luchtmenging en verbind aansluiting Nr. 2 aan massa; de stelmotor luchtstroomregeling moet soepel draaien en stoppen bij de Ventilatiestand. Verwissel de aansluitingen als dat niet zo is; de stelmotor luchtstroomregeling moet soepel draaien en stoppen bij de Ontwasemstand. Koppel de accuvoeding direct af zodra de stelmotor luchtstroomregeling stopt met draaien.

 

3.Als de stelmotor luchtstroomregeling niet soepel draait als in 2, verwijdert u deze en controleert u of de overbrenging en de schuiven soepel bewegen.

  • Als de overbrenging en de schuiven soepel bewegen, vervangt u de stelmotor luchtstroomregeling.
  • Repareer indien nodig als de overbrenging of de schuiven aanlopen of blijven hangen.
  • Als de stelmotor luchtstroomregeling goed draait, ga dan naar 4.

4.Gebruik een digitale multimeter met een uitvoer van 1 mA of minder in het 20 kW bereik. Terwijl de stelmotor luchtstroomregeling loopt als in 2, controleert u op doorverbinding tussen aansluitingen nr. 3, 4, 5 en 6 en Nr. 7 afzonderlijk. Wanneer de motor langs de aansluiting van de schakelaar beweegt, moet er op elke aansluiting heel even doorverbinding zijn.

5.Als er niet kort een doorverbinding is bij elke aansluiting, vervang dan de stelmotor luchtstroomregeling.