Kleppendeksel monteren (L12A/L13A)

Kleppendeksel monteren

1.De klepdekselpakking en de groef grondig reinigen.

2.Plaats de klepdekselpakking (A) in de groef van het kleppendeksel (B).

 

3.Controleer of de contactoppervlakken schoon en droog zijn.

4.Breng een rups vloeibare pakking, P/N 08C70-K0234M, 08C70-K0334M of 08C70-X0331S, aan van 3,0 mm breed op de contactoppervlakken van de kettingkast (A).

OPMERKING: Monteer de onderdelen niet als er vijf of meer minuten voorbij zijn gegaan sinds het aanbrengen van de vloeibare pakking. Verwijder in dat geval de oude pakking en breng opnieuw vloeibare pakking aan.

 

5.Als het kleppendeksel (A) eenmaal op de cilinderkop staat, schuift u het deksel een beetje heen en weer tot de kleppendekselpakking goed vastzit.

 

6.Controleer de ringen (B) van de bevestigingsbouten van het kleppendeksel. Vervang eventueel beschadigde of versleten ringen.

7.Draai de bouten in twee of drie stappen aan. Draai in de laatste stap alle bouten in volgorde aan met 12 N·m (1,2 kgf·m).

 

8.Monteer de bevestigingsbout (A) van de kabelboomsteun, de ontluchtingsslang (B) en de massakabel (C).

 

9.Monteer de acht bobines.

10.Monteer het inlaatspruitstuk.

11.Controleer of alle buizen, slangen en stekkers juist zijn aangesloten.

12.Wacht na montage ten minste 30 minuten voordat u de motor met olie vult.