CVT systeembeschrijving (CVT)

CVT systeembeschrijving

Algemene werking


De continu-variabele transmissie (CVT) is een elektrisch bestuurde automatische transmissie met aandrijfpoelies en aangedreven poelies, en een stalen riem. De CVT zorgt voor traploze versnellingen vooruit en één achteruitversnelling. De gehele eenheid ligt in een rechte lijn met de motor.

Transmissie

Op de buitenrand van het vliegwiel zit een vertanding, de starterkrans, waarop het rondsel van de startmotor aangrijpt als de motor wordt gestart. De transmissie heeft vier parallelle assen: de ingaande as, de aandrijfpoelieas, de aangedreven poelieas, en de eindaandrijfas. De ingaande as ligt in een rechte lijn met de motorkrukas. De aandrijfpoelieas en de aangedreven poelieas bestaan uit poelies met beweegbare en vaste loopvlakken. Beide poelies zijn met elkaar verbonden door middel van een stalen riem.
De ingaande as bestaat uit het zonnewiel en het planetair tandwielstelsel met drager. De aandrijfpoelieas bestaat uit de aandrijfpoelie en de vooruitkoppeling. De aangedreven poelieas bestaat uit de aangedreven poelie, de startkoppeling, en het secundair aangedreven tandwiel dat is geïntegreerd met het parkeertandwiel. De eindaandrijfas is geplaatst tussen het secundair aandrijftandwiel en het aangedreven eindtandwiel. De eindaandrijfas bestaat uit het eindaandrijftandwiel en het secundair aangedreven tandwiel dat dient om de draairichting om te keren, omdat de aandrijfpoelieas en aangedreven poelieas in dezelfde richting draaien. Als de tandwielen van het planetair tandwielstelsel in de transmissie in bepaalde combinaties zijn gekoppeld door de vooruitkoppeling en de achteruitrem, wordt het vermogen van de aandrijfpoelieas overgebracht op de aangedreven poelieas wat de [L], [S], [D] en [R] stand oplevert.

Elektronische regeling

Het elektronisch regelsysteem bestaat uit de aandrijflijnregelmodule (PCM), sensors en solenoïdekleppen. Het schakelen wordt elektronisch geregeld zodat de bestuurder en passagiers comfortabel rijden onder alle omstandigheden. De PCM bevindt zich onder het dashboard, achter het handschoenenkastje.

Hydraulische regeling

De kleppenhuizen bestaan uit het hoofdkleppenhuis, het pomphuis van de automatische transmissievloeistof (ATF-pomphuis), het regelkleppenhuis, het doorvoerhuis van de automatische transmissievloeistof (ATF-doorvoerhuis), en het regelbare-kleppenhuis. Het ATF-pomphuis zit met bouten vast op het hoofdkleppenhuis. Het hoofdkleppenhuis zit met bouten vast op het vliegwielhuis. Het regelkleppenhuis is buiten het transmissiehuis geplaatst. Het ATF-doorvoerhuis is geplaatst op het hoofdkleppenhuis, en aangesloten op het hydraulische circuit tussen het regelkleppenhuis, het hoofdkleppenhuis en het inwendige hydraulische circuit. Het regelbare-kleppenhuis is geplaatst op het tussenhuis.
De ATF-pomp is een excentrische pomp, waarvan de binnenste rotor door middel van een spievertanding met de ingaande as is verbonden. De poelies en koppelingen krijgen transmissievloeistof toegevoerd vanuit hun respectievelijke toevoerleidingen, en de achteruitrem krijgt transmissievloeistof toegevoerd vanuit het inwendige hydraulische circuit.

Schakelregeling

De PCM regelt het veranderen van de overbrengingsverhouding tussen de poelies met behulp van solenoïdes die hun invoersignalen ontvangen van diverse sensors overal in het voertuig. De PCM stelt de regelklep voor snelheidsverandering en de regelklep voor de poeliedruk van de CVT in werking om de regeldruk voor de poelie te veranderen. De regeldruk voor de aandrijfpoelie wordt uitgeoefend op de aandrijfpoelie en de regeldruk voor de aangedreven poelie wordt uitgeoefend op de aangedreven poelie, zodat de overbrengingsverhouding tussen de poelies effectief wordt aangepast aan de drukverhouding.

Kiezen van versnellingen


De schakelhendel heeft zes mogelijke standen: [P] PARKEREN, [R] ACHTERUIT, [N] VRIJ, [D] RIJDEN, [S] TWEEDE en [L] LAAG.


Stand Omschrijving 
[P] PARKEREN Voorwielen geblokkeerd; parkeerpal verbonden met parkeertandwiel op de aangedreven poelieas. Wegrijkoppeling en vooruitkoppeling ontkoppeld. 
[R] ACHTERUIT Achteruit; achteruitrem in werking. 
[N] VRIJ Vrij; wegrijkoppeling en vooruitkoppeling ontkoppeld. 
[D] RIJDEN Algemeen rijden; de transmissie verandert de overbrengingsverhouding automatisch zodat een optimaal motortoerental wordt verkregen voor het rijden onder alle omstandigheden. 
[2] TWEEDE Voor snel accelereren; de transmissie kiest een breder bereik aan overbrengingsverhoudingen voor een snellere acceleratie. 
[L] LAAG Voor remmen op de motor en extra vermogen voor steile hellingen; de transmissie schakelt naar het laagste bereik van de overbrengingsverhoudingen. 


De motor kan alleen gestart worden in de standen [P] en [N] vanwege de sleepschakelaar voor de vrijloopbeveiliging.

Controlelampje voor de stand van de automatische transmissie (A/T)

De indicator voor de stand van de automatische transmissie op het instrumentenpaneel geeft aan welke stand is gekozen zonder dat de bestuurder omlaag hoeft te kijken naar de console van de automatische transmissie.

Koppelingen/Achteruitrem/Planetair tandwielstelsel/Poelies


Koppelingen/Achteruitrem

De Multi Matic maakt gebruik van hydraulisch bediende koppelingen en rem waarmee de transmissietandwielen worden gekoppeld en ontkoppeld. Wanneer hydraulische druk wordt uitgeoefend op de koppelingstrommel en de zuigerholte van de achteruitrem, zullen de koppelingsplunjer en de zuiger van de achteruitrem bewegen. Hierdoor worden de frictieschijven en de stalen platen tegen elkaar aan gedrukt en gekoppeld zodat ze niet slippen. Het vermogen wordt vervolgens overgebracht via de gekoppelde koppelingsset op het op de naaf gemonteerde tandwiel, en via het gekoppelde kroonwiel op de pignonwielen.
Op dezelfde manier, wanneer de hydraulische druk wegvalt van de koppelingsset en de zuigerholte van de achteruitrem, zal de koppelingsplunjer terugbewegen waardoor de frictieschijven loskomen van de stalen platen zodat deze de kans krijgen langs elkaar heen te glijden. Hierdoor kan het tandwiel onafhankelijk op de as draaien zonder vermogen over te brengen.

Wegrijkoppeling

De wegrijkoppeling koppelt en ontkoppelt het secundair aandrijftandwiel en bevindt zich op het uiteinde van de aangedreven poelieas. De wegrijkoppeling krijgt zijn hydraulische druk vanuit de toevoerleiding van de automatische transmissievloeistof binnenin de aangedreven poelieas.

Vooruitkoppeling

De vooruitkoppeling koppelt en ontkoppelt het zonnewiel en bevindt zich op het uiteinde van de aandrijfpoelieas. De vooruitkoppeling krijgt zijn hydraulische druk vanuit de toevoerleiding van de automatische transmissievloeistof binnenin de aandrijfpoelieas.

Achteruitrem

De achteruitrem vergrendelt de planeetwieldrager als de schakelhendel in de stand [R] staat, en bevindt zich in het tussenhuis rond de planeetwieldrager. De achteruitremschijven zijn op de planeetwieldrager gemonteerd, en de achteruitremplaten zijn op het tussenhuis gemonteerd. De achteruitrem krijgt zijn hydraulische druk via een circuit dat is aangesloten op het inwendige hydraulische circuit.

Planeetwiel

Het planetair tandwielstelsel bestaat uit het zonnewiel, de pignonwielen en het kroonwiel. Het zonnewiel is verbonden met de ingaande as door middel van spieën. De pignonwielen zijn gemonteerd op de planeetwieldrager. De planeetwieldrager is geplaatst op het uiteinde van de ingaande as, over het zonnewiel heen. Het kroonwiel is geplaatst in de planeetwieldrager, en is verbonden met de vooruitkoppelingstrommel. Het zonnewiel brengt het motorvermogen over via de ingaande as op de pignonwielen, en de planeetwieldrager geeft het motorvermogen door. Het planetair tandwielstelselmechanisme wordt uitsluitend gebruikt voor het omkeren van de draairichting van de poelieassen. In de standen [D], [S] en [L] van de schakelhendel (vooruitversnellingen) draaien de pignonwielen niet, maar draaien rondom het zonnewiel zodat de planeetwieldrager ronddraait. In de stand [R] van de schakelhendel (achteruitversnelling) vergrendelt de achteruitrem de planeetwieldrager, en drijft het zonnewiel de pignonwielen aan zodat deze draaien. De pignonwielen draaien, maar draaien niet rondom het zonnewiel. De pignonwielen drijven het kroonwiel aan in de tegenovergestelde richting van de draairichting van het zonnewiel.

Poelies

Iedere poelie bestaat uit een beweegbaar loopvlak en een vast loopvlak, en de effectieve overbrengingsverhouding tussen de poelies verandert afhankelijk van het motortoerental. De aandrijfpoelie en de aangedreven poelie zijn door de stalen riem met elkaar verbonden.
Om een lage overbrengingsverhouding tussen de poelies te krijgen, oefent een hoge hydraulische druk kracht uit op het beweegbare loopvlak van de aangedreven poelie en verkleint de effectieve diameter van de aandrijfpoelie, en oefent een lage hydraulische druk kracht uit op het beweegbare loopvlak van de aangedreven poelie om te voorkomen dat de stalen riem slipt. Om een hoge overbrengingsverhouding tussen de poelies te krijgen, oefent een hoge hydraulische druk kracht uit op het beweegbare loopvlak van de aandrijfpoelie en verkleint de effectieve diameter van de aangedreven poelie, en oefent een lage hydraulische druk kracht uit op het beweegbare loopvlak van de aangedreven poelie om te voorkomen dat de stalen riem slipt.

Opengewerkte tekening van de transmissie

 

Route van het motorvermogen


Stand [P]


Er wordt geen hydraulische druk uitgeoefend op de wegrijkoppeling, vooruitkoppeling en de achteruitrem. Het motorvermogen wordt niet doorgegeven aan het secundair aandrijftandwiel. Het secundair aandrijftandwiel wordt vergrendeld door de parkeerpal die het parkeertandwiel vergrendelt.

Stand [N]


Het motorvermogen dat door het vliegwiel wordt doorgegeven drijft de ingaande as aan, maar de hydraulische druk wordt niet uitgeoefend op de vooruitversnelling en de achteruitrem. Het motorvermogen wordt niet doorgegeven aan de aandrijfpoelieas. Ook wordt hydraulische druk niet uitgeoefend op de wegrijkoppeling.


 

Standen [D], [S] en [L] (vooruitversnellingen)




 

Route van het motorvermogen (vervolg)


Stand [R] (achteruitversnelling)


 

Elektronisch regelsysteem


Functioneel schema

Het elektronisch regelsysteem bestaat uit de aandrijflijnregelmodule (PCM), sensors en solenoïdekleppen. Het schakelen wordt elektronisch geregeld zodat de bestuurder en passagiers comfortabel rijden onder alle omstandigheden.

De PCM voert signalen in vanaf de sensors, schakelaars en andere regeleenheden, verwerkt de gegevens, en voert signalen uit naar het motorregelsysteem en het CVT-regelsysteem. Het CVT-regelsysteem bestaat uit de schakelregeling/poeliedrukregeling, wegrijkoppelingsdrukregeling, achteruitblokkeringsregeling, en tevens is een logische regeling opgeslagen in de aandrijflijnregelmodule (PCM). De PCM bedient de solenoïdekleppen om de overbrengingsverhouding tussen de poelies te veranderen.


 

Elektronisch Regelsysteem (vervolg)


Plaats van de onderdelen van het elektronisch regelsysteem

 

 

Schakelregeling/poeliedrukregeling

De PCM vergelijkt de werkelijke rijomstandigheden met in het geheugen opgeslagen rijomstandigheden om het schakelen te regelen, en bepaalt onmiddellijk de overbrengingsverhouding tussen de aandrijfpoelie en de aangedreven poelie aan de hand van diverse signalen van sensors en schakelaars. De aandrijfpoelie drijft de aangedreven poelie aan door een stalen riem met een traploze overbrengingsverhouding tussen 2,367 -0,407 bij stand [D] van de schakelhendel. In stand [R] van de schakelhendel wordt de overbrengingsverhouding ingesteld op 1,326 als u op het gaspedaal drukt, en op 2,367 als u het gaspedaal los laat. Als de overbrengingsverhouding tussen de poelies laag is (bij lage voertuigsnelheid), wordt een hoge hydraulische druk uitgeoefend op de aangedreven poelie zodat deze een grote diameter houdt, en wordt een lage hydraulische druk uitgeoefend op de aangedreven poelie. Als de overbrengingsverhouding tussen de poelies hoog is (bij hoge voertuigsnelheid), wordt een lage hydraulische druk uitgeoefend op de aangedreven poelie, en wordt een hoge hydraulische druk uitgeoefend op de aandrijfpoelie. De PCM bedient de regelkleppen voor de poeliedruk om een optimale poeliedruk op de poelies uit te oefenen zodat de riem zo weinig mogelijk slipt en zo lang mogelijk meegaat.

 

Elektronisch Regelsysteem (vervolg)


Wegrijkoppelingsdrukregeling

De hydraulisch bediende wegrijkoppeling zorgt voor soepel wegrijden en stapvoets rijden in de standen [D], [S], [L] en [R] net als de koppelomvormer. De PCM voert signalen in vanaf de sensors en schakelaars, en bedient de regelklep voor de wegrijkoppelingsdruk om de wegrijkoppelingsdruk te regelen.

 

Elektrische aansluitingen van PCM

 

Elektronisch Regelsysteem (vervolg)


Ingangs- en uitgangsaansluitingen van PCM

 


PCM-STEKKER A (31-PINS)
Aansluitingsnummer Draadkleur Signaal Omschrijving Meetomstandigheden / Spanning op aansluiting 
A2 YEL/BLK IGP2 Voedingscircuit vanaf hoofdrelais Met contactschakelaar op AAN (II): Accuspanning
Met contactschakelaar op UIT: 0 V 
A3 YEL/BLK IGP1 Voedingscircuit vanaf hoofdrelais Met contactschakelaar op AAN (II): Accuspanning
Met contactschakelaar op UIT: 0 V 
A4 BLK PG2 Massa  
A5 BLK PG1 Massa  
A10 GRN/BLK SG2 Sensormassa  
A11 GRN/WHT SG1 Sensormassa  
A18 BLU/WHT VABS Signaalingang voor voertuigsnelheidssensor Met contactschakelaar op AAN (II): Ongeveer 5 V
Met contactschakelaar op UIT: 0 V 
A20 YEL/GRN VCC2 Voedingscircuit voor sensors Met contactschakelaar op AAN (II): Ongeveer 5 V
Met contactschakelaar op UIT: 0 V 
A21 YEL/RED VCC1 Voedingscircuit voor sensors Met contactschakelaar op AAN (II): Ongeveer 5 V
Met contactschakelaar op UIT: 0 V 
A23 BRN/BLK LG2 Massa  
A24 BRN/BLK LG1 Massa  



PCM-STEKKER B (24-PINS)
Aansluitingsnummer Draadkleur Signaal Omschrijving Meetomstandigheden / Spanning op aansluiting 
B7 GRN/WHT DN LS+ Positieve elektrodevoeding van regelklep voor de poeliedruk van CVT Met contactschakelaar op AAN (II): Pulserend signaal 
B16 YEL SC LS+ Positieve elektrodevoeding van regelklep voor wegrijkoppelingsdruk van CVT Met contactschakelaar op AAN (II): Pulserend signaal 
B24 BLU/WHT DR LS+ Positieve elektrodevoeding van regelklep voor snelheidsverandering van CVT Met contactschakelaar op AAN (II): Pulserend signaal 


PCM-STEKKER C (22-PINS)
Aansluitingsnummer Draadkleur Signaal Omschrijving Meetomstandigheden / Spanning op aansluiting 
C1 PNK/BLK DN LS - Negatieve elektrodevoeding van regelklep voor de poeliedruk van CVT Met contactschakelaar op AAN (II): Pulserend signaal 
C6 GRN/BLK SOL INH Regeling blokkeersolenoïde Met contactschakelaar op AAN (II): Accuspanning
Met contactschakelaar op UIT: 0V 
C7 RED/BLU NDR Signaalingang voor snelheidssensor van aandrijfpoelie van CVT Met contactschakelaar op AAN (II): 0 V of ongeveer 5 V
Met stationair draaiende motor in de stand [N]: Ongeveer 2,5 V 
C8 PNK/BLU SC LS - Negatieve elektrodevoeding van regelklep voor wegrijkoppelingsdruk van CVT Met contactschakelaar op AAN (II): Pulserend signaal 
C9 BLU/WHT ATP S Signaalingang voor stand [S] van transmissiebereikschakelaar In stand [S]: 0 V
In een andere stand dan stand [S]: Ongeveer 10 V 
C10 WHT ATP R Signaalingang voor stand [R] van transmissiebereikschakelaar In stand [R]: 0V
In een andere stand dan stand [R]: Ongeveer 10 V 
C11 BLU ATP L Signaalingang voor stand [L] van transmissiebereikschakelaar In stand [L]: 0V
In een andere stand dan stand [L]: Ongeveer 10 V 
C12 LT GRN ATP NP Signaalingang voor de standen [P] en [N] van de transmissiebereikschakelaar In de standen [P] en [N]: 0V
In een andere stand dan de standen [P] en [N]: Ongeveer 5 V 
C15 WHT NDN Signaalingang voor snelheidssensor van aangedreven poelie van CVT Met contactschakelaar op AAN (II): 0 V of ongeveer 5 V
Met stationair draaiende motor in de stand [N]: Ongeveer 2,5 V 
C16 GRN/YEL DR LS - Negatieve elektrodevoeding van regelklep voor snelheidsverandering van CVT Met contactschakelaar op AAN (II): Pulserend signaal 
C20 PNK ATP D Signaalingang voor stand [D] van transmissiebereikschakelaar In stand [D]: 0V
In een andere stand dan stand [D]: Ongeveer 8 V 
C22 WHT/RED VEL1 Signaalingang voor snelheidssensor van CVT Met contactschakelaar op AAN (II): 0 V of ongeveer 5 V
Met rijden (draaiende voorwielen): Ongeveer 2,5 V 


PCM stekker E (31-PINS)
Aansluitingsnummer Draadkleur Signaal Omschrijving Meetomstandigheden / Spanning op aansluiting 
E11 PNK D IND Regeling van [D] indicator Als contactschakelaar voor de eerste keer op AAN (II) wordt gezet: Ongeveer 6 V 2 seconden
In stand [D]: Ongeveer 6 V 
E22 WHT/BLK BK SW Signaalingang voor rempedaalstandschakelaar Met rempedaal ingedrukt: Accuspanning
Met rempedaal los: 0 V 
E29 BRN SCS Signaalingang voor SCS-aansluiting Met contactschakelaar op AAN (II):
  • SCS-aansluitingen open: Ongeveer 5 V of accuspanning
  • SCS-aansluitingen kortgesloten naar massa: 0 V
 

Hydraulische regeling


Het hydraulisch regelsysteem bestaat uit de pomp van de automatische transmissievloeistof (de ATF-pomp), de kleppen en de solenoïdes. De ATF-pomp wordt aangedreven door de ingaande as. De vloeistof van de ATF-pomp stroomt door de PH-regelklep om een specifieke druk op de aandrijfpoelie, de aangedreven poelie en de regelbare klep te handhaven.
De kleppenhuizen bestaan uit het hoofdkleppenhuis, het ATF-pomphuis, het regelkleppenhuis, en het regelbare-kleppenhuis. Het hoofdkleppenhuis zit met bouten vast op het vliegwielhuis. Het ATF-pomphuis zit met bouten vast op het hoofdkleppenhuis. Het regelkleppenhuis is buiten het transmissiehuis geplaatst. Het regelbare-kleppenhuis is met bouten vastgezet op het tussenhuis.

Regelkleppenhuis

Het regelkleppenhuis is buiten het transmissiehuis geplaatst, en bevat de regelklep voor snelheidsverandering van de CVT, de regelklep voor de poeliedruk van de CVT, de regelklep voor de wegrijkoppelingsdruk van de CVT, de regelklep voor de aandrijfpoelie.


 

Hoofdkleppenhuis

Het hoofdkleppenhuis bevat de PH-regelklep, de schakelklep voor de PH-regeling, de reduceerklep voor de koppeling, de schakelblokkeerklep, de accumulatorklep voor de wegrijkoppeling, de schakelklep voor de wegrijkoppeling, de reserveklep voor de wegrijkoppeling en de smeerklep.


 

Hydraulische regeling (vervolg)


ATF-pomphuis vervangen

Het ATF-pomphuis is met bouten op het hoofdkleppenhuis bevestigd en de ATF-pomp is van het trochoïde type. De binnenste rotor is door middel van een spievertanding verbonden met de ingaande as, en wordt erdoor aangedreven. De ATF-pomp levert hydraulische druk aan de PH-regelklep.

 

Regelbare-kleppenhuis

Het regelbare-kleppenhuis is met bouten vastgezet op het tussenhuis en bevat de regelbare klep en de achteruitblokkeerklep.


 

Route van de hydraulische vloeistof


Wanneer de motor begint te draaien, begint de ATF-pomp te werken. Automatische transmissievloeistof (ATF) wordt door de ATF-zeef aangezogen en in het hydraulische circuit gebracht. Vervolgens stroomt de ATF van de ATF-pomp naar de PH-regelklep, en wordt daar de PH-druk. De PH-druk stroomt naar de regelkleppen voor de poelies, en vervolgens naar de poelies zelf. De PCM bedient de solenoïdes om de hydraulische druk te regelen die de overbrengingsverhouding van de poelies verandert, en om de wegrijkoppeling te koppelen.

De hydraulische druk bij de poort is als volgt:

Poort Beschrijving van de druk Poort Beschrijving van de druk 
CC KOPPELINGSREGELING PH HOGE DRUK 
CCB KOPPELINGSREGELING B PHC REGELING VAN HOGE DRUK 
COL ATF-KOELER RCC RECIRCULATIE 
CR REDUCEERKOPPELING RI ACHTERUITBLOKKERING 
DN AANGEDREVEN POELIE RVS ACHTERUITREM 
DNC AANGEDREVEN POELIEREGELING   RVS' ACHTERUITREM 
DR AANDRIJFPOELIE SC WEGRIJKOPPELING 
DRC AANDRIJFPOELIEREGELING SI SCHAKELBLOKKERING 
FWD VOORUITKOPPELING AFTAP 
LUB SMERING HX AFTAP HOGE POSITIE 
  LUB' SMERING AX ONTLUCHTING 
  LUB'' SMERING   


 

Route van de hydraulische vloeistof (vervolg)


Stand [N]


De vloeistof die door de ATF-pomp wordt geleverd regelt de hoge druk aan de PH-regelklep, en wordt daar de hoge druk (PH-druk). De PH-druk wordt de koppelingreduceerdruk (CR-druk) aan de reduceerklep voor de koppeling, en stroomt naar de regelklep voor snelheidsverandering van de CVT en de regelklep voor de poeliedruk van de CVT. De regelklep voor snelheidsverandering van de CVT verandert de CR-druk in de regeldruk voor de aandrijfpoelie (DRC-druk) en levert de DRC-druk aan de schakelklep voor de PH-regeling en de regelklep voor de aandrijfpoelie. Op dezelfde manier levert de regelklep voor de poeliedruk van de CVT de regeldruk voor de aangedreven poelie (DNC) aan de schakelklep voor de PH-regeling en de regelklep voor de aangedreven poelie. De PCM regelt de regelklep voor snelheidsverandering van de CVT en de regelklep voor de poeliedruk van de CVT zodanig dat de DNC-druk hoger wordt dan de DRC-druk. Op de aangedreven poelie wordt een hogere aangedreven-poeliedruk (DN-druk) uitgeoefend, dan de aandrijfpoeliedruk (DR-druk) die op de aandrijfpoelie wordt uitgeoefend. Op dat moment is de overbrengingsverhouding tussen de poelies laag.
De regelbare klep onderbreekt de hydraulische druk naar de vooruitkoppeling, en de schakelblokkeerklep onderbreekt de hydraulische druk naar de wegrijkoppeling. Onder deze omstandigheden wordt geen hydraulische druk uitgeoefend op de vooruitkoppeling, de wegrijkoppeling en de achteruitrem.


 

Stand [D], bij lage snelheid


Het vloeistofstroomcircuit naar de aandrijfpoelie en de aangedreven poelie is hetzelfde als in de stand [N], en de overbrengingsverhouding tussen de poelies blijft laag. Wanneer de regelbare klep in stand [D] wordt gezet, opent de poort waardoor de vooruitkoppelingsdruk (FWD-druk) naar de vooruitkoppeling wordt geleid. De FWD-druk stroomt naar de vooruitkoppeling en de vooruitkoppeling komt in aangrijping. De vooruitkoppeling drijft de ingaande as en de aandrijfpoelieas aan. De PCM bedient de regelklep voor de wegrijkoppeling van de CVT, zodat deze de regeldruk van de koppeling (CC-druk) levert aan de schakelblokkeerklep. De CC-druk wordt de wegrijkoppelingsdruk (SC-druk) aan de schakelblokkeerklep, en de SC-druk stroomt naar de wegrijkoppeling. De wegrijkoppeling komt in aangrijping en het voertuig begint te rijden.



 

Route van de hydraulische vloeistof (vervolg)


Stand [D], bij middelmatige snelheid


Als de snelheid van het voertuig de voorgeschreven waarde bereikt, worden de regelklep voor snelheidsverandering van de CVT en de regelklep voor de poeliedruk van de CVT in werking gesteld door de PCM. De regelklep voor snelheidsverandering van de CVT regelt de DRC-druk, en de regelklep voor de poeliedruk regelt de DNC-druk, zodanig dat hetzelfde volume aan hydraulische druk wordt uitgeoefend op de poelies. De aandrijfpoelie en de aangedreven poelie ontvangen dezelfde volumedruk en passen dezelfde poeliediameter toe op de stalen riem. Op dat moment is de overbrengingsverhouding tussen de poelies 1. De hydraulische druk blijft werken op de vooruitkoppeling en de wegrijkoppeling.




 

Stand [D], bij hoge snelheid


Als de voertuigsnelheid verder wordt verhoogd, zorgen de regelklep voor snelheidsverandering van de CVT en de regelklep voor de poeliedruk van de CVT dat de DR-druk hoger wordt dan de DN-druk om zo de DRC-druk en de DNC-druk te regelen. De aandrijfpoelie ontvangt een hogere druk dan de aangedreven poelie. De aandrijfpoelie past een grote poeliediameter toe op de stalen riem, en de overbrengingsverhouding tussen de poelies is hoog. De hydraulische druk blijft werken op de vooruitkoppeling en de wegrijkoppeling.


 

Route van de hydraulische vloeistof (vervolg)


Achteruitblokkeerregeling


Als de schakelhendel in stand [R] wordt gezet terwijl het voertuig vooruit rijdt met een snelheid hoger dan 10 km/u, voert de PCM een signaal uit om de blokkeersolenoïde AAN te schakelen, en wordt de achteruitblokkeerdruk (RI-druk) in het rechter deel van de achteruitblokkeerklep tot nul gereduceerd. De achteruitblokkeerklep beweegt naar rechts en sluit de poort af om de achteruitremdruk (RVS-druk) vanaf de regelbare klep naar de achteruitrem tegen te houden. De RVS-druk wordt niet uitgeoefend op de achteruitrem, en het motorvermogen wordt niet omgekeerd naar de achteruitrichting.

OPMERKING: Als "links" of "rechts" wordt gebruikt, geeft dit de richting op het hydraulisch circuit aan.



 

Stand [R]


Als de regelbare klep in stand [R] wordt gezet, gaat de poort open waardoor de achteruitremdruk (RVS-druk) naar de achteruitblokkeerklep wordt geleid. De PCM schakelt de blokkeersolenoïde UIT, en de achteruitblokkeerdruk (RI-druk) wordt uitgeoefend op het rechter uiteinde van de achteruitblokkeerklep. De achteruitblokkeerklep beweegt naar links en de poort gaat open waardoor de RVS-druk naar de achteruitrem wordt geleid. De koppelingreduceerdruk (CR-druk) wordt de RVS-druk, en stroomt naar de achteruitrem via de achteruitblokkeerklep. De achteruitrem trekt aan en vergrendelt de planeetwieldrager. Tevens wordt hydraulische druk uitgeoefend op de wegrijkoppeling.

OPMERKING: Als "links" of "rechts" wordt gebruikt, geeft dit de richting op het hydraulisch circuit aan.


 

Route van de hydraulische vloeistof (vervolg)


Stand [P]


Als de regelbare klep in stand [P] wordt gezet, sluit de poort waardoor de hydraulische druk naar de vooruitkoppeling en de achteruitrem wordt geleid. De schakelblokkeerklep onderbreekt de hydraulische druk naar de wegrijkoppeling. Het vloeistofstroomcircuit naar de aandrijfpoelie en de aangedreven poelie is hetzelfde als in de stand [N], maar de hydraulische druk wordt niet uitgeoefend op de vooruitkoppeling, de wegrijkoppeling en de achteruitrem.


 

Stand [D] als het elektronisch regelsysteem wegvalt.


Als het elektronische regelsysteem wegvalt, verzorgt de transmissie een tijdelijk vloeistofstroomcircuit waardoor het voertuig in staat is te rijden. Als de regeldruk voor de aandrijfpoelie (DRC-druk) hoger is dan de voorgeschreven waarde aan de regelklep voor snelheidsverandering van de CVT, stroomt de DRC-druk naar de schakelblokkeerklep en beweegt de schakelblokkeerklep naar links. De koppelingreduceerdruk (CR-druk) van de reduceerklep voor de koppeling wordt de schakelblokkeerdruk (SI-druk) aan de schakelblokkeerklep. De SI-druk stroomt naar de schakelklep voor de wegrijkoppeling en de reserveklep voor de wegrijkoppeling, en wordt de koppelingsregeling-B-druk (CCB) aan de reserveklep voor de wegrijkoppeling. De CCB-druk wordt de wegrijkoppelingsdruk (SC-druk) aan de schakelblokkeerklep, en de SC-druk stroomt naar de wegrijkoppeling. De wegrijkoppeling koppelt en het voertuig kan rijden.


OPMERKING: Als "links" of "rechts" wordt gebruikt, geeft dit de richting op het hydraulisch circuit aan.


 

Route van de hydraulische vloeistof (vervolg)


Stand [R], als het elektronisch regelsysteem wegvalt.


Als het elektronische regelsysteem wegvalt, verzorgt de transmissie een tijdelijk vloeistofstroomcircuit waardoor het voertuig in staat is te rijden. Het vloeistofstroomcircuit naar de achteruitrem is hetzelfde als in de stand [R], en de achteruitrem trekt aan. Als de regeldruk voor de aandrijfpoelie (DRC-druk) hoger is dan de voorgeschreven waarde aan de regelklep voor snelheidsverandering van de CVT, stroomt de DRC-druk naar de schakelblokkeerklep en beweegt de schakelblokkeerklep naar links. De koppelingreduceerdruk (CR-druk) van de reduceerklep voor de koppeling wordt de schakelblokkeerdruk (SI-druk) aan de schakelblokkeerklep. De SI-druk stroomt naar de schakelklep voor de wegrijkoppeling en de reserveklep voor de wegrijkoppeling, en wordt de koppelingsregeling-B-druk (CCB) aan de reserveklep voor de wegrijkoppeling. De CCB-druk wordt de wegrijkoppelingsdruk (SC-druk) aan de schakelblokkeerklep, en de SC-druk stroomt naar de wegrijkoppeling. De wegrijkoppeling koppelt en het voertuig kan rijden.


OPMERKING: Als "links" of "rechts" wordt gebruikt, geeft dit de richting op het hydraulisch circuit aan.


 

Parkeermechanisme


Het parkeermechanisme blokkeert de transmissie door de parkeerpal te verbinden met het parkeertandwiel dat integraal is uitgevoerd met het secundair aandrijftandwiel. Het secundair aandrijftandwiel wordt gekoppeld aan het secundair aangedreven tandwiel dat door middel van spievertanding is verbonden met de eindaandrijfas, en het eindaandrijftandwiel, dat een integrale eenheid vormt met de eindaandrijfas, schakelt het aaangedreven eindtandwiel in. Als de stand [P] wordt ingeschakeld, zal de parkeerconus (gemonteerd op het uiteinde van de parkeerstang) de parkeerpal omlaag drukken op het parkeertandwiel. Zelfs als het uiteinde van de parkeerpal op de bovenkant van de tanden van het parkeertandwiel drukt, zal door een kleine beweging van het voertuig de parkeerpal volledig in het parkeertandwiel grijpen omdat het via de parkeerconus druk ontvangt van de parkeerstangveer. De parkeerpal ontvangt de tegendruk (die de parkeerpal los drukt van het parkeertandwiel) van de parkeerpalveer.


 

Elektrisch schema