1. | Plaats de hefblokken van de hefbrug (A), of de veiligheidsbokken, onder de voorste (B) en achterste (C) steunpunten van het voertuig.
|
2. | Breng de hefbrug enkele centimeters omhoog en duw het voertuig voorzichtig heen en weer ter controle of het voertuig stevig is ondersteund. |
3. | Breng de hefbrug op maximale hoogte en inspecteer de hefpunten op goed contact met de hefblokken. |
1. | Blokkeer de achterwielen als u de voorzijde van het voertuig omhoog brengt; blokkeer de voorwielen als u de achterzijde van het voertuig omhoog brengt. Plaats de blokken achter en voor de wielen. |
2. | Breng het voertuig voldoende omhoog om de veiligheidsbokken aan te kunnen brengen. |
3. | Plaats en stel de veiligheidsbokken zo af dat het voertuig min of meer horizontaal staat en laat vervolgens het voertuig erop zakken.
|